Reiki werd rond 1900 herontdekt en ontwikkeld door de Japanse theoloog Dr. Mikao Usui. Een student vroeg hem waarom wij mensen niet in staat zijn te helen met onze handen, net als Christus en Boeddha. Deze vraag veranderde zijn leven. Dr. Mikao Usui bestudeerde de oude talen, waaronder Sanskriet. Hij ontdekte na lang zoeken bepaalde symbolen in 2500 jaar oude boeddhistische sutra’s. Hij bestudeerde de geschreven teksten en verbleef in een Zen klooster, toch werkten de oude kennis en de symbolen nog niet en de monniken stelden toen een oude doeltreffende bezinning voor. Dr. Mikao Usui ging 21 dagen mediteren en vasten op de berg Kurama Yama.
Tijdens een van die meditaties ging hij onder een kleine waterval staan en liet het water over zijn hoofd lopen. (reiniging en opening kruinchakra). Tegen het eind van zijn afzondering voelde hij een groot en sterk geestelijk licht zijn kruin binnenstromen en zo beleefde hij een ‘satori’, een verlichte ervaring. Dit licht was de Reiki energie, die in de vorm van een inwijding tot hem kwam. Toen dit gebeurde werd zijn bewustzijn steeds groter en hij wist dat hij nu ook anderen kon genezen zonder zijn eigen energie daarbij te verbruiken.